ONDERZOEK
Grasonderzaai in mais heeft voordelen
Het zaaien van een vanggewas na de teelt van mais is op zand en lössgrond verplicht. Maar het is meer dan alleen maar een verplichting. Het heeft namelijk veel voordelen.
Auteur - Konrad Steinert, LOP Landwirtschaft ohne pflug, Berlijn
Het zaaien van gras onder mais heeft voordelen. En dat maakt van de nood een deugd nu het zaaien van een vanggewas verplicht is gesteld. Maar welke voordelen zijn dat dan?
- Het gras levert organische stof en dus humus. Bij de organischestofbalans wordt ervan uitgegaan dat een geslaagde onderzaai ongeveer 200 kg/ha koolstof produceert. Dit is ongeveer 36 procent van de berekende humusbehoefte van snijmais.
- Grasonderzaai levert vooral via de wortels organische stof aan de bodem. Het bodemleven, de regenwormen, schimmels en bacteriën, profiteren daarvan. Organische stof bevordert een levende bodem en zorgt er daardoor voor dat de grond mooi verkruimelt. Bovendien stimuleren de grassen ook de nuttige mycorrhiza-schimmels.
- Door de goede doorworteling van de bodem nemen de grassen de overtollige stikstof op die nog in de bodem is achtergebleven. Dat voorkomt de nitraatuitspoeling. Dit is dé reden dat het zaaien van een vanggewas verplicht is.
- Het onderzaaien van gras stabiliseert de bodemstructuur en verbetert de draagkracht, wat vooral onder natte oogstomstandigheden een voordeel is. Verder blijven de banden van kiepers schoon en daardoor blijft ook de straat en de kuil schoon.
- De bodem blijft door de onderzaai ook in de winter bedekt. Dit voorkomt bodemerosie.
- Grasonderzaai onderdrukt onkruid.
Late of vroege zaai?
Bij het onderzaaien van gras in mais zijn er twee methodes. Ten eerste is er de late onderzaaimethode. Hierbij zaai je het gras als de mais in het 6- tot 8-bladstadium is. Dat is kort voor het gewas de rijen sluit. Veelal gebruik je er een pneumatische zaaimachine voor. Deze methode slaagt alleen als er voldoende regen valt. In drogere regio’s of als het in de voorzomer droog is, is het meer een kwestie van geluk als het zaaigoed voldoende vocht heeft om te kiemen en later de bodem kan bedekken. Bovendien sluit de mais bijna direct na het onderzaaien de rijen al. Veel regen zal er niet meer op de bodem terechtkomen en er is ook weinig licht om het ondergezaaide gewas te laten ontwikkelen.
In drogere regio's of in hoger gelegen gebieden biedt vroeg onderzaaien (ook wel gelijkzaai) meer soelaas. In plaats van raaigras gebruik je dan hoofdzakelijk langzaam groeiende en droogtetolerante soorten zwenkgras, zoals roodzwenk, hard zwenkgras, schapengras of rietzwenk. Bij vroeg onderzaaien is de kans op een goede kieming het grootst.
Bij de vroege onderzaaimethode met zwenkgras vindt een goede doorworteling van de bodem plaats, wat voordelen biedt met betrekking tot de draagkracht na de oogst en de bescherming tegen erosie. Daarnaast bieden verschillende leveranciers ’vergroeningsconforme’ mengsels aan voor het onderzaaien van gras. Deze doorwortelen de bodem intensief, stoelen sterk uit en ontwikkelen een draagkrachtige zode, wat handig is bij de maisoogst. De beduidend lagere zaaizaadkosten zijn ook een voordeel van de vroege onderzaaimethode ten opzichte van de late onderzaaimethode, omdat er in plaats van 15 kg/ha zaaigoed bij de late onderzaaimethode nu slechts 7 tot 10 kg/ha nodig is.
Het zaaien van het gras gebeurt vrijwel op hetzelfde moment als het zaaien van de mais. Dit kan tegelijkertijd, maar je kunt ook kort voor of na het zaaien van de mais zaaien. Door al vroeg te zaaien is er een betere ontkieming mogelijk dan aan het begin van de zomer. Juist onder erg droge omstandigheden start het zaaigoed beter. Zeker als er zaaischijven en drukrollen gebruikt worden, die het zaad en de grond aandrukken of het gehele oppervlak walsen.
Bij late onderzaai met raaigras zou je in het jaar erna nog een keer een snede gras kunnen oogsten. Dat is in het geval van gelijkzaai van roodzwenk niet het geval. Deze wordt over het algemeen alleen maar gebruikt als groenbemesting. Begrazing met schapen en geiten is wel mogelijk.
Speciale techniek voor de vroege onderzaaimethode
De meeste adviseurs adviseren om het gras op een afstand van 15 tot 20 cm tot de maisrijen te zaaien. Zo voorkom je dat de mais te weinig ruimte krijgt om te wortelen. Sommige boeren spreiden het zaad bij de vroege onderzaaimethode ook over het gehele oppervlak uit. Je kunt daarvoor een zaaimachine gebruiken met schijven of een wiedeg om het graszaad in te eggen. Voor het zaaien van de mais kun je vervolgens de traditionele precisiezaaimachine inzetten. Je hoeft dan niet in speciale techniek te investeren. Dit lijkt geen probleem, gezien de langzame ontwikkeling van grassen, zeker ook omdat de groei van het gras geremd kan worden door het gebruik van herbiciden tegen het onkruid. Maar een garantie dat het goed gaat, is er niet.
Tot nu toe zijn er slechts enkele machines waarmee het gras op veilige afstand van de mais tegelijkertijd kan zaaien. Speciale machines uit Zuid-Amerika zijn hiervoor het geschiktst. Deze machines hebben behalve een tank voor meststoffen ook een zogeheten 'graszaadbox’ voor de dosering van de onderzaai.
Met de Aerosem 3002 ADD met PCS biedt ook Pöttinger een geschikte zaaimachine aan: een traditionele zaaimachine met een precisiedosering voor mais. Bij sommige zaaimachines, zoals de Weco-Dyn of de Farmet Falcon, is het optioneel ook mogelijk om voor elke individuele rij verschillende soorten zaaizaad te gebruiken. Enkele producenten, zoals Väderstad, Multiva of Sky, bieden bovendien aanvullende doseerinstallaties voor graszaad aan.
Als dergelijke speciale machines niet voorhanden zijn, moet je op zoek naar andere oplossingen. De precisiezaaimachine kan bijvoorbeeld worden uitgerust met een pneumatische zaaimachine, waardoor je de graszaden tussen de rijen kunt strooien. Ook de schoffelmachine is uit te rusten met een zaaigoeddoseringssysteem, zodat je het graszaad tijdens het schoffelen tussen de rijen verdeelt en inwerkt. Ook zou je gras kunnen zaaien als je kunstmest toedient. Dat bespaart werk. En je zou een gangbare zaaimachine kunnen gebruiken in combinatie met rtk-gps. Je zaait het gras in de ruimte tussen de nog te zaaien maisrijen. Tijdens een tweede toepassing wordt de mais dan met een traditionele maiszaaimachine met behulp van gps tussen het gras gezaaid.

De Pottinger Aerosem 3002ADD zaaimachine kan in een werkgang zowel gras als mais zaaien. Het gras wordt alleen tussen de maisrijen gezaaid.

De pneumatische Biodrill van Vaderstaat zaait gras en mais in een werkgang.

Een maisinzetstuk voor de Vaderstad Rapid. Zo kun je mais in stroken zaaien terwijl tussen de rijen gras wordt gezaaid.
Ook bij onderzaai is bestrijding noodzakelijk
Na de teelt van mais met het ondergezaaide gras, kun je eigenlijk alleen zomergraan verbouwen of opnieuw mais. Door te mulchen maak je het maisstro klein. Roodzwenk is resistent tegen herbiciden. Bij de inzet van glyfosaat moet je daarom de volledige dosis gebruiken en eventueel aanvullen met additieven. Grof walsen voldoet om de waslaag op de grashalmen te beschadigen. Het traditionele roodzwenkgras laat zich niet bestrijden met selectieve herbiciden. Daarom moet de chemische bestrijding worden aangevuld met een volledige, mechanische bewerking. Het gewas levert dan ook vooral problemen op bij een niet-kerende bodembewerking en bij navruchten die vroeg gezaaid moeten worden, zoals zomergranen en suikerbieten. Een niet-kerende, zuiver mechanische bestrijding van roodzwenkgras-onderzaai is moeilijk en er zijn meerdere bewerkingen met vlak en volledig snijdende of ook actief aangedreven apparaten nodig. Daarnaast kan het ook zinvol zijn om strip-till-machines, een damcultuur of strokenfrezen in te zetten voor de niet-kerende bewerking van de navrucht van de mais.

Goed gelukte onderzaai.

Roodzwenk doorwortelt de bodem goed en intensief.

Het ondergezaaide gras of liever nog, het bodemleven, zorgt voor een goede kruimelstructuur.
Samenvatting
Met de vroege onderzaaimethode is er een alternatief om gras in mais te zaaien zodat het gewas zich ook bij droogte in de voorzomer makkelijk kan ontwikkelen. De vroege onderzaaimethode heeft echter wel hogere zaaitechnische eisen dan de late onderzaaimethode.
Met het oog op de discussie over glyfosaat vormt in het bijzonder de bestrijding van zwenkgras voor de nateelt een uitdaging. Zeker als je consequent niet-kerend werkt. Speciale bodembewerkingsmachines, die bij alle vruchtwisselingen gebruikt kunnen worden om onkruid te bestrijden, kunnen uitkomst bieden.
Aan de andere kant is juist het onderzaaien van gras een mooie mogelijkheid om milieuproblemen bij de maisteelt te voorkomen, denk aan bodemerosie, vermindering van organische stof en nitraatuitspoeling. Bovendien is de inzet van kosten en tijd klein. Ook het landschap en fauna profiteren van de percelen die in de winter groen blijven en het bodemleven wordt voortdurend van voedsel voorzien. Niet in de laatste plaats zijn het ook economische stimulansen zoals de erkenning als ecologisch aandachtsgebied of aanvullende stimulerende maatregelen, zoals bijvoorbeeld in waterwingebieden, die onderzaai in mais aantrekkelijk maken.
Ervaringen van landbouwers:
Reiner Risch,
Agrarprodukte Schmölln GmbH (Oost-Thüringen)
“In 2015 en 2016 hebben wij de vroege onderzaaimethode doorgevoerd op zandige leembodems om aan de vergroeningseisen te voldoen en de bodembiologie te verbeteren voor suikerbieten. Op ongeveer 65 hectare zaaiden we 10 kg/ha van DSV Humus met een pneumatische zaaimachine van Einböck, die bevestigd was aan een Sprinter van Horsch. Daarbij kozen we voor bandzaaien, met een rijafstand van 75 cm, waarbij de onderzaai volledig in één behandeling werd verdeeld en ingewerkt. Na voederrogge werd als tweede gewas snijmais geteeld.
In beide jaren heeft de onderzaai zich goed ontwikkeld en ten tijde van de maïsoogst in oktober had het onderzaaigewas zich gelijkmatig ontwikkeld. De zeer intensieve wortelontwikkeling door de onderzaai en de goede draagkracht van de bodem is ons goed bevallen. Die ervaringen tonen aan dat de vroege onderzaaimethode ook in droge jaren kan slagen. Op de opbrengst van de mais heeft de onderzaai geen invloed gehad. Op een gedeelte van het perceel hebben we korrelmais geoogst. Hier is de onderzaai echter gestikt door het maisstro.
De nageteelde suikerbieten bereikten in 2016 een hoog rendement bij een goede kwaliteit. De mechanische bestrijding in het roodzwenkgras was echter niet eenvoudig. We hebben twee messenwalsen, één cultivator van Horsch Tiger en twee zaaibedcombinaties gebruikt. Naar aanleiding van deze problemen zullen wij in de toekomst geen roodzwenkgrasonderzaai meer gebruiken voorafgaand aan suikerbieten.”
René Lehmann,
Agrar GmbH Langengrassau, Landkreis Dahme-Spreewald, Brandenburg
“Wij werken sinds vijf jaar met onderzaai in mais en graan. Daarvoor hebben we verschillende argumenten: begaanbaarheid, vergemakkelijking van de oogst, opslagplaats voor voedingsstoffen, bodemvruchtbaarheid, bescherming tegen erosie en afwateringscapaciteit. De zaaihoeveelheid werd daarbij verminderd van 7 kg/ha naar 4 tot 5 kg/ha. De mais wordt net als gewoonlijk met de precisiezaaimachine op 75 cm rijafstand gezaaid. Ongeveer 2 tot 3 dagen later wordt het roodzwenkgras met de zaaimachine Pronto DC6 van Horsch daar volledig over gezaaid. In de meeste jaren is er bij de oogst sprake van een mooi gesloten roodzwenkgras met een wonderbaarlijk wortelnetwerk.
In twee van de vijf jaar heeft de onderzaai echter een heel klein negatief effect gehad op de ontwikkeling van de mais. Vooral in droge jaren zijn geringe rendementsverliezen opgetreden. Om wortelconcurrentie te voorkomen, zou het beter zijn om roodzwenkgras niet in de maisrijen te zaaien.”
Thomas Wahren,
landbouwer uit Osmünde (Saalekreis, Sachsen-Anhalt)
“In 2016 ben ik op 45 hectare met onderzaai begonnen in de hoop dat het perceel zou worden erkend als ecologisch aandachtsgebied, dat de bodemstructuur en de draagkrachten zouden verbeteren. We hebben gekozen voor het mengsel DSV Humus Plus met een zaaihoeveelheid van 10 kg per hectare. De onderzaai werd eind april tegelijkertijd met de mais gezaaid met een Rapid van Väderstad met een maiszaaier. Met deze techniek lukt het om de mais en het onderzaaigewas gescheiden van elkaar te zaaien.
Toch was de opkomst van de onderzaai niet naar tevredenheid, de gewasdichtheid bleef te gering. Bovendien ondervond de onderzaai veel nadeel van de herbicidebehandeling. De kale plekken werden na de maisoogst sterk overwoekerd door onkruid. Dit jaar kies ik opnieuw voor onderzaai, maar besteed ik meer aandacht aan de zaaibedbereiding en ik ga het perceel na het zaaien aandrukken. Het is mijn ervaring dat een behandeling met glyfosaat in combinatie met een tweemalige bewerking met een schijveneg voldoende is om het roodzwenkgras te bestrijden.