COLUMN


Ploegen, hoe moet dat eigenlijk?

Willem Voncken

NKG akkerbouwer in het

Zuid-Limburgse Eys

Ik heb dan ook nog nooit in mijn leven geploegd. Dat is niet zo gek. Ik ben geboren en getogen in Zuid-Limburg, een gebied waar al meer dan twintig jaar aan niet-kerende grondbewerking (NKG) wordt gedaan.

Ik ben nu 26 jaar en weet niet beter dan dat gewasresten boven in de bouwvoor horen te zitten. Het mooie van NKG is dat er voor geen enkele bewerking een vastgestelde regel is. Iedereen kan het op zijn eigen manier uitvoeren en zelf bekijken welke bewerking en machine het best bij hem passen. Op ons bedrijf was het altijd de normaalste zaak van de wereld om gedurende de winter met een woeler de grond tot 30 cm diep open te breken. Er wordt daardoor weinig tot geen grond gemengd. Nu ligt mijn uitdaging om ook nog deze bewerking te laten vallen, en dus al het werk over te laten aan het bodemleven. Het zijn niet de bewerkingen die voor een betere structuur moeten zorgen.

'Het bodemleven is de sleutel tot succes'

De bewerking – of juist helemaal geen bewerking – heeft alleen tot doel het bodemleven te stimuleren. Bij NKG ligt daar namelijk de sleutel tot succes: dat je het bodemleven optimaal in orde hebt en bodemorganismen de grondbewerking voor je uitvoeren. Dit maakt NKG ook juist zo leuk en uitdagend. Ieder jaar is immers anders. Ieder jaar moet je kiezen welke bewerking wel of juist niet van toepassing is. In plaats van ieder jaar alles voor de winter te ploegen ga je bij NKG daadwerkelijk met je bodem aan de slag. Uiteindelijk zorgt dat ervoor dat je anders naar de bodem kijkt. Je wordt je er ook meer van bewust van dat je heel zuinig met de bodem moet zijn. Wat je in een jaar verprutst krijg je in een heel jaar niet rechtgezet.

Willem Voncken is NKG akkerbouwer in Eys

Willem Voncken (26) boert vanaf zijn twintigste in maatschap met zijn ouders in het Zuid-Limburgse Eys. Was het tien jaar geleden nog een melkveebedrijf, nu telen de Vonckens op de hellende percelen lössgrond (25-40% afslibbaar), aardappelen, gele en rode uien, wintergerst, tarwe, soja en suikerbieten.